De Wijn
Deze variëteit is afkomstig uit de provincie Frosinone in Latium, ooit bewoond door de oude Volsci-stam die de stad Satricum in 488 v. Topgebieden voor de teelt van Cesanese zijn rond de heuvelsteden Affile en Piglio. De wijn is gemaakt met spontane gisting bij 18-20°C gedurende ongeveer 20 dagen  en wordt daarna gevolgd door nog eens 10/12 dagen maceratie op de schillen om de allerlaatste sporen van de tannines te extraheren waarin de schillen en zaden van de Cesanese druif bijzonder rijk zijn.

De Druif
Cesanese is een laat rijpende variëteit met een lage opbrengst die zich leent voor een late oogst. De tros is klein, schaars en langwerpig, de druiven zijn vaak ovaal en middelgroot.
Door het late rijpen zal de oogst pas eind oktober plaats vinden omdat de wijngaarden op relatief hoge, heuvelachtige hellingen liggen. Laatrijpe variëteiten garanderen normaal gesproken een langdurige wijn; hoe meer dagen er tussen bloei en volwassenheid zitten, hoe geschikter de wijn zal zijn om lang te rijpen.  

In de neus vind je intense aroma's van marascakers, typerend voor late variëteiten, gevolgd door kruidige tonen van witte peper, zwarte peper en viooltjes.

In de mond vind je een zachte eerste indruk, met aanhoudende tannines en een uitgesproken zuurgraad, wat een essentiëel criteria is voor lang te kunnen rijpen. gevolgd door kruidige tonen van witte peper, zwarte peper en viooltjes.