De wijnstokken van Zabura zijn te vinden op Ponca, die heeft een terroir van de mergelzandsteen die kenmerkend is voor de Collio. De oogst gebeurt met de hand met een strenge selectie van de trossen, alleen perfect gezonde druiven komen de Skok-kelder binnen.
Vroeg in het jaar voeren de wijnbouwers een 'groene oogst' uit, de trossen worden lang voor rijping afgesneden, om precies het juiste aantal bossen per plant te hebben.

Na de druiven volledig rijp zijn worden ze manueel geoogst en ontsteeld. De druiven worden zacht geperst en daarna start de fermentatie. Aan het einde van de gisting laten ze de wijn zes maanden liggen op de droesem. De batongage wordt uitgevoerd in de eerste periode, daarna laten ze de wijn met rust.
Voor het bottelen wordt een koude decantatie uitgevoerd om de wijn te scheiden van de uitgeputte gisten. De wijn wordt gebotteld volgens de oude traditie van de juiste fase van de maan. De wijnbouwers bottelen in het voorjaar met de paasmaan, net voor of net na de volle maan. De gebottelde wijn blijft minimaal een maand in de kelder rusten.De wijn is helder strogeel met groene reflecties.

In de neus vinden we typische kenmerken terug, aroma's als lindebloesem, witte perzik en cederhout, met warme tonen van zomermaaien.
In de mond opent het om onschatbare minerale sensaties te geven, waarna licht tropisch fruit binnenkomt. De hints van amandel, typisch voor de wijnstok, worden langzamer maar duidelijk waarneembaar. De wijn is in de mond heel omhullend, met een symbiose tussen intensiteit en balans die elke slok bevredigender maakt.