Om wijn te laten rusten en rijpen na de gisting, is er nog altijd geen beter recipiënt gevonden dan een eikenhouten vat. Eikenhout is immers een materie die zuurstofuitwisseling toelaat via microporiën, en toch waterdicht is. Die uitwisseling van zuurstof is net voldoende om de wijn zachter, homogener en stabieler te maken, zonder dat hij oxideert.
Eikenhout geeft ook nobele houttannines af (vergelijkbaar met de tannines in de schillen en pitten van de druif), die de wijn structuur en bewaarkracht geven. Daarnaast zorgen aromatische stoffen voor een aangename romigheid die aan vanille doet denken. Geroosterde en gekarameliseerde aroma's kunnen ook voorkomen, afkomstig van het "branden" van het vat (om de planken te kunnen buigen).
Bron: wijnkanaal